Wanneer mensen aan PTSS (posttraumatische stressstoornis) denken, komt vaak het beeld van flashbacks naar boven: intense, levendige herbelevingen van een traumatische gebeurtenis. Mijn ervaring met PTSS is echter anders. Ik heb geen beeldende flashbacks, maar mijn lichaam herinnert zich het trauma op een fysieke manier. Deze persoonlijke ervaring wil ik delen om te laten zien dat PTSS vele vormen kan aannemen en om anderen die vergelijkbare symptomen ervaren te helpen zich meer begrepen te voelen.

Mijn PTSS is ontstaan door een gebeurtenis die plaatsvond in juli 1995 in Sarajevo tijdens de Balkanoorlog. Verschillende raketten kwamen neer op de buitenplaats van de compound waar ik op dat moment stond. Door de fysieke impact van de explosies heb ik hier geen herinnering meer aan (deze beelden kwamen weer naar boven tijdens mijn eerste MDMA therapiesessie). Ik heb geen levendige flashbacks met nachtmerrieachtige beelden zoals je vaak ziet in films. Mijn lichaam heeft een eigen manier van herinneren. Bij een dreiging, of vaker nog, een situatie die ik (onbewust) ervaar als een dreiging, reageert mijn lichaam automatisch. Mijn spieren spannen aan, mijn torso draait naar rechts, mijn nekspieren beginnen te trillen en trekken mijn hoofd naar rechts, zodanig dat mijn lichaam een wegduikende houding naar rechts aanneemt. Deze reactie is niet iets wat ik bewust controleer; het is een overblijfsel van die dag in Sarajevo, een overlevingsmechanisme dat in mijn spieren is gegrift.

Deze fysieke manifestatie van PTSS beïnvloedt mijn dagelijks leven aanzienlijk. Thuis, in een veilige omgeving, zijn de fysieke ‘flashbacks’ bijna afwezig, maar ze beginnen op te spelen zodra ik mijn huis verlaat. Drukke, warme ruimtes zijn het ergst zoals winkels en het OV. Vooral op mijn werk kan dit zeer intens zijn. Tijdens vergaderingen, als ik me (bewust of onbewust) onveilig voel, beginnen mijn spieren automatisch aan te spannen en me genadeloos in een afwerende pose te trekken. Ik moet dat actief tegengaan. Het is als een soort armpje drukken maar dan met mezelf, terwijl ik tegelijkertijd probeer een gesprek gaande te houden. Na een uur vergaderen ben ik volledig uitgeput, zowel mentaal als fysiek.

Deze ervaringen hebben mij doen inzien dat behandelingen voor PTSS meer aandacht moeten schenken aan de lichamelijke symptomen. De criteria uit de DSM-5, die worden gebruikt om de diagnose PTSS vast te stellen, focussen voornamelijk op psychologische symptomen en laten de fysieke uitingen vaak buiten beschouwing. In mijn traject heb ik gemerkt dat ook traumabehandelingen overwegend gericht zijn op het ‘hoofd’, terwijl de fysieke aspecten van het trauma onderbelicht blijven. Ik voelde mij daardoor vaak niet begrepen. Het boek ‘The Body keeps the score’ [‘Traumasporen’ in de Nederlandse vertalen] van Bessel van der Kolk was voor mij dan ook een verademing. Ik weet dat er ook kritiek is op zijn werk maar voor mij persoonlijk was het een feest der herkenning. Alleen de titel al, ‘The body keeps the score’, vertelde mijn verhaal, en ik vermoed dat dat voor veel meer mensen geldt.

Ik ben ervan overtuigd dat een holistische aanpak, die zowel mentale als fysieke aspecten van trauma behandelt, essentieel is. Lichaamsgerichte therapieën kunnen een cruciale rol spelen in het herstelproces. Het is belangrijk dat zowel behandelaren als patiënten zich bewust zijn van de diverse symptomen en uitingen van PTSS, en dat er een behandeling beschikbaar is die zowel het mentale als het fysieke welzijn ondersteunt.

Door mijn verhaal te delen, hoop ik bij te dragen aan meer bewustzijn en begrip voor de fysieke kant van PTSS. Ik wens dat iedereen die met deze aandoening worstelt, toegang heeft tot een behandeling die hen helpt in hun gehele zijn, en dat we samen een pad bewandelen naar een meer omvattend begrip en effectieve zorg voor mensen met PTSS.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.